Meng de ingrediënten voor de pekel goed door elkaar. Wij gebruikten poedersuiker omdat dit makkelijker oplost in koude vloeistof.
Leg het vlees in de ovenschaal en injecteer de pekel met de marinade-injector in het vlees. Verdeel de pekel zo goed mogelijk door op verschillende plekken te injecteren, totdat de procureur verzadigd is.
Door via hetzelfde gat meerdere keren schuin in het vlees te injecteren, maak je zo weinig mogelijk gaten.
Dep de procureur en de ovenschaal droog met keukenpapier,
Smeer het vlees rondom in met ca. 2 eetlepels mosterd.
Bestrooi de rub nu rondom over de procureur en wrijf het er zachtjes op.
Zet het vlees nu ca. 12uur afgedekt weg in de koelkast.
Prepareer de BBQ voor indirecte bereiding (zie “TIPS”).
Hou een koepeltemperatuur aan van ca. 120°C.
Voeg het rookhout toe, 2 kersen en 2 hickory chunks.
Leg van beide een chunk tussen de brandende kolen en de rest er net naast.
Plaats de druippan gevuld met een laagje water op de platesetter en
leg het vlees op het grillrooster. Steek de kernthermometer in het dikste gedeelte van het vlees en sluit het deksel.
Rook de procureur nu ongeveer 3-4 uur.
Als de chunks geen rook meer afgeven, voeg je tussendoor wat nieuwe toe.
Bij een kerntemperatuur van 70°C pak je het vlees in een dubbele laag aluminiumfolie in, tezamen met een paar flinke klonten van de roomboter en een scheutje appelsap.
Steek de thermometer door de folie heen en gaar verder tot een kerntemperatuur van 93°C.
Voor pulled pork, laat je het vlees vanaf dit punt 30 minuten rusten onder alu folie en trek je met behulp van bear-claws of 2 vorken het vlees uit elkaar.
Voeg een flinke scheut BBQ-saus toe en roer goed door elkaar.
Neem het vlees voorzichtig van de bbq zodat het niet uit elkaar valt.
Laat het onder aluminiumfolie afkoelen en zet daarna voor minimaal 12 uur weg in de koelkast totdat de procureur stevig aanvoelt.
Dit hele traject kun je al een paar dagen van te voren doen, het vlees kun je dan vacuüm verpakt in de koelkast tot 1 week bewaren.
Dan is het vanaf nu nog maar 30 minuten werk om je non-pulled pork burger op tafel te krijgen, daar gaan we!
Prepareer de BBQ voor directe bereiding (zie “TIPS”).
Hou een koepeltemperatuur aan van ca. 200°C.
Meng de mayonaise, mosterd, appelciderazijn, honing chilivlokken, peper en zout in een kom door elkaar en voeg de kool en wortel toe. Meng goed door elkaar.
Verwarm een gietijzeren skillet of plancha voor op de BBQ.
Snij het koude vlees voorzichtig in dikke plakken van ca. 2,5 cm.
Bind om elke plak een stukje slagerstouw, zodat de plak niet uit elkaar valt tijdens de bereiding.
Doe een flinke klont boter in de skillet of op de plancha en bak de plakken non-pulled pork aan beide zijden in een paar minuten knapperig bruin en bestrooi tijdens het bakken met wat van de rub (keer voorzichtig om met een hamburger spatel).
Snij de broodjes open, beleg met een blad sla, met daarop de non-pulled pork burger (vergeet het slagerstouw niet te verwijderen) en een flinke schep van de koolsla.
Garneer met de augurken, halve uien ringen en een royale scheut BBQ saus!
